1. Informatievraag
1.1. Telefonische informatievraag
Op iedere informatie-aanvraag wordt een correct antwoord gegeven.
Het adres van de oproeper wordt gevraagd met als bedoeling, die ook
meegedeeld wordt, een
brochure over Residentie Fievez-Beyens toe te sturen.
Deze brochure wordt onmiddellijk na het telefoongesprek verzonden.
1.2. Schriftelijke informatievraag
Bij een schriftelijke informatievraag wordt allereerst in een beleefd en verzorgd schrijven de gevraagde informatie gegeven. Indien de persoon nog niet eerder in contact was met Residentie Fievez-Beyens wordt bovendien een brochure toegestuurd.
1.3. Informatievraag gekoppeld met een bezoek
Iedere belangstellende wordt onthaald met een tas koffie. De
informatiebrochure wordt gebruikt voor de voorstelling van Residentie
Fievez-Beyens. Achteraf kan de
bezoeker deze brochure meenemen. Belangrijk bij een
dergelijk bezoek is het empathisch luisteren naar de bezoeker en pogen
te laten aanvoelen dat zijn/haar
problematiek begrepen wordt. Indien gewenst wordt een
rondleiding gegeven door het huis, er wel op lettend dat de privacy van
geen enkele bewoner geschonden wordt. Kamers worden slechts bezocht
na eerst toestemming gevraagd te hebben aan de bewoner. Kamers waarvan
de bewoner niet aanwezig is, kunnen niet getoond worden.
2. Contracten
Een nieuw uitgewerkt contract streeft naar een grote
duidelijkheid voor beide partijen zodat een zo groot mogelijke juridisch
zekerheid ontstaat. Dit geldt
eveneens voor het huishoudelijk reglement. Bij
ondertekening van de contracten wordt uitleg gegeven over het contract
en het huishoudelijk reglement. Personen die
het wensen kunnen de overeenkomst voorafgaand meenemen
om eerst eens door te lezen voordat men tekent.
3. Onthaal
Tijdens de eerste dag informeert de hoofdverpleegkundige of het hoofd bewonerszorg niet enkel naar de medische toestand van de bewoner maar ook naar de sociale achtergrond en de levenshistoriek. Tevens wordt geïnformeerd naar voorkeuren en gewoontes (tijdstip van opstaan en slapengaan, eten,…).
Deze informatie wordt doorgegeven op de briefing en in het overdrachtboek. Zij is eveneens terug te vinden in het zorgdossier.
De eerste dag dat een nieuwe bewoner in Residentie Fievez-Beyens komt wonen, begeleidt het hoofd bewonerszorg de bewoner extra. Zo wordt alle informatie gegeven over de werking in het huis, worden alle lokalen bezocht en wordt de werking van het oproepsysteem uitgewerkt. Ze vangt ook de familie extra op en geeft alle gewenste informatie.
Aan de nieuwe bewoner wordt gevraagd hoe deze het liefst
aangesproken wordt. Dit wordt in het overdrachtboek en het
verpleegdossier genoteerd.
4. Verhuis
De familie wordt verzocht zelf voor de verhuis te zorgen. Indien
gewenst, wordt aan de familie of de bewoner een lijst gegeven van
verhuurbedrijven voor
camionetten of van verhuisbedrijven. Er wordt gestreefd
naar een overeenkomst met een verhuisbedrijf en een verhuurbedrijf,
teneinde betere condities dan
particulieren te bekomen. Uiteraard is men vrij van deze
dienstverlening al dan niet gebruik te maken.
5. Service
Aan de bewoner worden een aantal verhuisberichten gegeven die melding maken van zijn verhuis naar Residentie Fievez-Beyens.
6. Gepastheid van de dienstverlening
Voorafgaand aan de opname gebeurt een onderzoek naar de gepastheid van de dienstverlening aan de zorgvraag van de kandidaat-bewoner.
Minimaal zullen hiertoe volgende gegevens verzameld worden:
- Katzscore indien komende vanuit een ziekenhuis;
- algemene anamnese;
- huidige gezondheidstoestand.
De directie, samen met de aangewezen geneesheer en de hoofdverpleegkundige, evalueren deze gegevens vanuit het standpunt of het huis de zorgvraag van de kandidaat-bewoner aankan.
Is dit niet mogelijk, dan wordt de betrokkene daar zo vlug mogelijk van op de hoogte gebracht. Tegelijkertijd wordt er een aanbeveling gegeven van opnamemogelijkheden die wellicht wel in aanmerking komen om de zorgvraag aan te kunnen, bij voorkeur wordt hier gewerkt met instellingen waarmee een samenwerkingsverband gesloten is.
Is dit wel mogelijk, dan verloopt de opname zoals hiervoor beschreven.
Op regelmatige tijdstippen wordt geëvalueerd of de dienstverlening nog aansluit bij de noden van de bewoner. Indien de directie, de hoofdverpleegkundige of de aangewezen geneesheer hierover een signaal verkrijgt, dan wordt volgens dezelfde procedure als hierboven beschreven de dienstverlening onderzocht. Zo nodig wordt doorverwezen naar een gepaste instelling.